23.3.10

Erase/Replace

22 maart 2010, 19:47 u.

Ik heb vaak het gevoel dat ik blind ben, in absolute zin. Relatief juist niet. Tenminste, over het algemeen. Als het over mezelf gaat van buiten af en uit bepaalde hoeken natuurlijk wel. Mijn eigen blinde hoek, heel erg lastig te zien of te kennen. Daarvoor is absolute afstand nodig. Anderen zijn mijn blindehoekspiegel, zolang ze te vertrouwen zijn in elk geval. Of zolang ze zelf niet stekeblind zijn natuurlijk. Het is belangrijk om zo'n spiegel te hebben en af en toe te raadplegen. Het is belangrijk om te praten, niet alleen over elkaar maar vooral met elkaar. En dat gebeurt niet genoeg vind ik. Dat is erg jammer, en er zijn te veel misverstanden. Terwijl we zo veel van elkaar kunnen leren. Over elkaar en onszelf en de rest. Zonder te oordelen, gewoon leren. En dan denken, plaatsen, praten. Maargoed, dit was relatief. Ik kijk veel, beschrijf veel, pieker veel. In absolute zin ben ik blind, of kijk ik door een verrekijker door de verkeerde kant. Ik zie een hele lange donkere tunnel, aan het einde maar een klein stukje wereld. Het boeit me enorm, te bedenken wat ik allemaal mis en niet zie. Het is wel frustrerend dat ik veel dingen ook weer vergeet. Zo blijft alles wel vernieuwend maar ik heb ook het gevoel dat ik niet vooruit kom. Maar het is zo moeilijk om je kader of kijker te vergroten en alles te blijven zien.

Eigenlijk denk ik dat we helemaal niet kunnen zien, niet perfect. Daarvoor zijn we te veel ingevuld, bevooroordeeld en gekleurd. We zien vervormingen, soms slechts een heel klein beetje, heel misschien een enkele keer wel helemaal helder. Ik vraag me af in hoeverre het mogelijk is je ogen en de werkelijkheid te effenen en te neutraliseren, voor perfect zicht. In die zin begrijp ik Plato nu beter, we zien nooit de werkelijke vorm. Hoewel hij de werkelijkheid metafysisch bedoelde, denk ik eerder dat de werkelijkheid zich wel om ons heen bevindt, dat wij er middenin zitten, maar dat we het gewoon niet goed kunnen zien. Denk ik.

16.3.10

Laatste weekje

15 maart 2010, 17:53 u.

Zo. De laatste SE-week is voorbij! De allerlangste week ooit, dat ook. Nu over twee maanden eindexamens en dan klaar. Maar het is een beetje traditie geworden om mijn cijfers hier te posten, zodat iedereen weer een beetje op de hoogte is. Deze keer 9 SE's, ik heb alleen nog niet álle cijfers terug, maar hier zijn ze:
Wiskunde: 6,8
Filosofie:
6,4
Aardrijkskunde:
6,1
Geschiedenis:
6,7
Frans (mondeling):
5
Nederlands (mondeling):
6
Kunstgeschiedenis (mondeling): 6,3
Engels (argumentative essay):
?
Frans (formele brief):
?
Ik weet dat het cijfer 6 nogal vaak voorkomt. Niet echt een spetterende lijst maar ik heb er ook niet echt veel tijd aan besteed deze keer. Te druk met genieten van de zon op het plein en zo.

Verder... O ja natuurlijk: opendag van de Universiteit voor Humanistiek! Afgelopen zaterdag was dat, in Utrecht. Ik ben er met Jurre heen geweest en het was echt geweldig. Heel klein, niet meer dan 400 mensen. Perfecte combinatie van vakken (o.a. filsofie, culturele antropologie, psychologie, sociologie etc.). Het proefcollege kregen we van een docent wijsbegeerte over empathie en emoties. Werkelijk fantastisch. Heel toevallig net over een filosoof die we in de les filosofie hadden behandeld (William James) en weer vreselijk toepasbaar en herkenbaar. Kortom, een serieuze optie voor het geval de Rietveld niet doorgaat (of eigenlijk ook als de Rietveld wel doorgaat).

Ja, dus. Niet een heel diepzinnig berichtje dit keer, maar dat moet ook af en toe kunnen. Doei!

4.3.10

Contouren

3 maart 2010, 19:54 u.

08:41 Telegraph Road, Dire Straits
Well just believe in me baby and I'll take you away
From out of this darkness and into the day

Blz. 54 Filosofie voor internetters, Roger-Pol Droit
De schemering komt elke dag iets eerder. Veel mensen vinden dat beklemmend. Ik ben nauwelijks geneigd om tegen het algemeen gevoelen in te gaan, maar die donkere sluier die zich van dag tot dag uitgebreidt stelt me gerust. (...) Het daglicht heeft iets scherps, je moet op je hoede zijn, klaar om te reageren. (...) Het zal me nooit lukken om het zo te draaien dat de dag ophoudt een min of meer vreemde wereld te zijn, en de nacht een veilige haven.

Het bewandelen van een zonovergoten plein, na dagen, weken, maanden in de schaduwen te hebben doorgebracht is verblindend voor de ogen. Het licht is zo fel dat je je het liefst omdraait om de zon weer vanuit de schaduw waar te nemen. Dat je het liefst blijft kijken naar de mensen die daar lopen. Maar de nieuwsgierigheid is opgewekt. Je begint langzaam. Stapt in het zonlicht, maar blijft staan met de ogen gesloten. Dan weer terug in de koele schaduw aan de randen van het plein. Je moet nog wennen aan de warmte die de bleke huid kan schroeien. Maar iemand grijpt je hand en trekt je terug het licht in. Een tijdlang sta je te knipperen als een gek, de witte tegels reflecteren het licht ook zo scherp. Nog eens terug de schaduw in. De ander kijkt je na, maar ziet je al snel niet meer, je hebt de donkerste schaduw opgezocht, of die heeft jou gevonden. Dit is jouw stuk van het plein. Zelfs als de zon om twaalf uur op haar hoogst staat, zijn er nog schaduwen. Na een tijdje wil je weer terug. Dit keer wennen de ogen al sneller. De huid straalt. Maar het is nog steeds erg warm en de dingen lijken allemaal zo scherp. Bijna lelijk. Nee, ze zíjn lelijk. Gelukkig loop je met een ander die het kennelijk niet lelijk vindt en je veel leert. Zodra je weer alleen bent ga je terug naar de rand in de koele schaduw. Daar alleen zijn kan nog niet. In het donkere zijn de dingen zachter, hoewel je niet weet waar je aan toe bent. Maar nu blijf je denken aan het midden van het plein. Hopelijk is de ander daar. Elke keer nu je het licht in stapt wennen de ogen sneller en schroeit en reflecteerd de huid minder. Totdat je merkt dat je niet elke keer teruggaat naar de schaduwen zodra je eventjes alleen wordt gelaten. Voor langere tijden nog wel, maar je wacht eerst nog eventjes aan de rand van schaduw en licht. Alleen de nachten vallen nog steeds, natuurlijk.