23.12.12

Flickr cadeautje

Als kerstcadeautje geeft de fotoverzamelwebsite Flickr drie maanden lang een pro-account aan iedereen! Dat betekent dat alle foto's die ik er ooit op heb geplaatst weer zichtbaar zijn. Normaal gesproken zit er een limiet aan een gratis account van 200 foto's. Maar alles dat ouder is of eerder geplaatst dan die laatste 200 worden wel opgeslagen en die zijn nu dus weer zichtbaar. Maar liefst 1220 foto's heb ik er op dit moment op staan! En je kunt ze allemaal weer bekijken, beginnend vanaf het jaar 2007... Erg grappig en leuk.

Klik hier!

21.12.12

Beoordelingen, periode 2

Ze zitten erop, de beoordelingen van de tweede periode. Hier zijn de resultaten:

3D: 8


 

2D: 8










4D: 8



Beeld en Concept: 6











Ik ben er in elk geval even helemaal klaar mee. Vakantie!!!

25.11.12

Onzichtbaar

Ik heb een prothese gebouwd die je lasten draagt. Een ijzeren constructie die je schouders omhelst, aan je hangt. Daaraan hang je je lasten, die zien er uit als juten zakken en bakstenen. Ze zijn vast te houden, te wegen, om te keren. Ze hangen op je rug en je kunt er altijd bij, je kunt ze een beetje verschuiven als ze je bewegen lastig maken. Maar de last die onzichtbaar is, omdat hij niet te vatten is, weegt het zwaarst. Wat is dat voor last? Hoe ziet hij eruit en hoe groot is hij? Alleen het gewicht kan ik inschatten, want dat is het enige waardoor hij kenbaar is. Dat gewicht verandert. Totaal anoniem, onzichtbaar. Daardoor kun je het niet ophangen, het zit onderhuids. Het maakt je huid strakker zitten om je enkels en je armen, laat het hangen om je buik en je borst. Je oogleden hangen voor je ogen, buigen je wimpers naar beneden. Je draagt de last niet op je rug of aan je schouders. Het zit in de toppen van je vingers, zowel als diep van binnen tussen je maag en je hart.

1.11.12

De wereld van de vroege mensen

Goeiemorgen, allemaal. Het is op het moment 07:52u. In de ochtend. Ik zit al bijna een uur in de trein. De wereld rond deze tijd ben ik steeds beter leren kennen, dankzij het feit dat ik in Breda woon, en mijn familie, Jurre en baantje zich aan de andere kant van de wereld bevinden. Omdat de meeste mensen in mijn omgeving deze wereld niet zo goed kennen wil ik dit vandaag met jullie delen.
In het meest gunstige geval gaat mijn wekker om tien voor zes, dan mag ik nog tien minuutjes snoozen en moet ik om zes uur precies uit bed. Ik zeg in het meest gunstige geval, dat is wanneer ik bij Jurre slaap. Niet alleen omdat het natuurlijk fijn is naast een geliefd persoon wakker te worden - wat het ochtendhumeur aanzienlijk verbeterd - maar vooral omdat deze plek het dichtst bij het station ligt waar ik zo vroeg de trein moet nemen. Dus om zes uur stap ik uit bed. Als een zombie voltooi ik een soort van mijn ochtendritueel: douchen, ontbijten, aankleden en spullen pakken. Om uiterlijk tien voor zeven moet ik de deur uit, gelukkig is het dan maar tien minuutjes lopen naar het station. Wat nog steeds erg ver lijkt als je een zware laptoptas en/of rolkoffer met dan of wel schone of vuile was bij je hebt. Net op tijd kom ik meestal aan om de trein te halen, de intercity naar Utrecht Centraal van zes over zeven. De eerste van drie treinen die ik moet pakken naar Breda. Deze trein zit altijd overvol, waardoor ik vandaag helemaal voor in de trein instap. Niet dat het daar rustiger is, maar uit ervaring (ja, ervaring) weet ik dat deze trein niet verder gaat dan Utrecht Centraal, waar ik zelf samen met de rest van de hele trein uit moet stappen op een klein perron, waar dus vanzelf een enorme file van forenzen ontstaat. Aangezien ik daar slechts een paar minuten de tijd heb om mijn overstap te halen is dat zeer hinderlijk. Dus vandaag stap ik helemaal voor in, wat ik erg slim vond van mezelf tot ik op de laatste vrije plek ging zitten. Naast een heel dik meisje dat Vijftig Tinten Grijs aan het lezen is. Sop sop. Gatver, Sooph.
Dan kom ik aan op Utrecht Centraal, gelukkig zonder vertraging. Ik hoef inderdaad niet in de mensenfile op perron 2 te staan, als ik op de roltrap sta en naar beneden kijk zie ik dat die er zoals altijd wel is.
Dan haast ik mij - op hoge hakken godverdomme - door de enorme stationshal van Utrecht Centraal. Het is daar altijd druk! Helemaal naar perron 15, aan de andere kant moet ik zijn. Daar gaat de intercity naar Maastricht, ik moet onderweg uitstappen op Den Bosch. Deze trein is gelukkig altijd een stuk leger. Wat ik ook heel goed begrijp, want tussen de mooie randstad en het verre Breda ligt een enorm stuk niksigland. En de meeste mensen die in Breda moeten zijn om negen uur 's ochtends doen dat niet vanuit Bussum, of Utrecht. Dus deze trein is redelijk rustig, en ik heb een tweezits voor mezelf. Met internet! Op dit moment zit ik in de bewuste trein naar Den Bosch, die bijna aankomt op het station. Daar zal ik nog een keer moeten overstappen op de intercity naar Breda, die over het algemeen weer wat drukker is. Vanaf Breda ben ik - goddank - binnen vijf minuten met de fiets thuis, vanwaar uit ik bijna direct door moet naar school wil ik daar op tijd (dat is vijf over half tien) aankomen. En dan begint mijn dag pas, les van half tien tot vijf uur. Ja, 17:00 uur dus. Dan naar huis, boodschappen, huiswerk, koken, huiswerk, slapen. Morgenochtend gelukkig niet zo vroeg. Maandag pas weer.

Uiteraard is dit een avond bij Jurre allemaal 1324656x waard.

18.10.12

Onderweg II

Reikhalzend uikijkend naar de bestemming. Gespannen spieren, gerekte pezen. Gerichtheid alle kanten op, in iedere windrichting. Circels worden beschreven, spiralen worden neergehaald. Het uidijen en de groei, wanhopig op zoek naar verlichting. Dit is geen plek, dit is het vallen. Val naar beneden of naar boven, maakt het wat uit? Blijven vallen, dat wordt gedaan.
Wat wordt er achter gelaten, wat neemt men mee. Herinneringen brokkelen af door de razende snelheid. Val er tussenin, er tussendoor. Ondertussen onderweg.
Manoeuvreer en ontwijk. Maar val niet uit de baan. Ga door en ga door, tot de dood je wenst of jij de dood. Vertraag niet want je zult struikelen en rondtollen, tollen en draaien en rollen, door en door. Tot de spieren hard worden, en heet. En dan zacht.
Maar dat is niet, het is alleen nu. Nu tot verder dan je denken kunt. Over de grenzen heen van tijd en ruimte. Nu is altijd, alle tijd, ook wanneer er geen tijd is. Dan is het meer nu dan nu is.
Onderweg is nu, hier, daar en overal. Zonder tijd, met tijd.
Onderweg, gaand over weg. Ga weg.

16.10.12

Onderweg I

Wij zijn onderweg, gaand. Vooruit, dat denken we tenminste. Wij zijn in beweging. We bewegen door de ruimte, door het vacuüm van tijd. De tijd is er niet als wij onderweg zijn. Pas wanneer wij aankomen, stopt de tijd.
Wij zijn onderweg, altijd en overal gaan wij en bewegen wij naar... Alsof wij zwemmen en met onze handen de watermassa wegduwen. Maar meer nog alsof wij zweven in een niemandsland. Een grijze, transparante materie. Onderweg in een tussenwereld, waar tijdloosheid heerst en vooruitgang onwaarschijnlijk lijkt. Onbestemdheid. Onbepaaldheid. Afwezigheid. Onbereikbaarheid. Ongeboren.
Onderweg ben je alleen, met jezelf geconfronteerd zak je in melancholie of vlucht je in de omgeving. Maar ook daar wacht de confrontatie. De stilte van er niet zijn.
Wij rollen, rijden, stappen of kruipen in de ontwikkeling. Niets is klaar, alles is onaf. Alles is op weg, bagage meeslepend over het asfalt, de kiezels, door het water of onder de grond door tunnels. Met alle ledematen loom bewegend door de tijdloze ruimte tot in het eindeloze.
Onderweg is tijdloos, het bevat een begin noch een einde. Onderweg is niet eeuwig, het is een begrip zonder tijd.

9.10.12

Opa Ruurlo

04.10.2012

Vandaag wordt opa herinnerd, als mens, vriend, man en vader. Maar voor mij was hij opa, Opa Ruurlo. Hij was mijn opa, die ik alleen hoefde te delen met mijn zusje Cato. En ik zal hem herinneren als de liefste opa die ik me had kunnen wensen. Hij noemde me vaak “mien deerntje”, en hoewel ik nooit wist wat dat betekende klonk het altijd zo lief. “Drol” was ook een favoriete bijnaam, waar ik als kind altijd zo hard om moest lachen. Cato was Kakkedootje, en dat past ook eigenlijk wel heel goed bij haar.
         Toen ik heel klein was nam hij me vaak mee voor op de fiets, om een tochtje te maken door het bos. Daar weet ik niks meer van, misschien omdat ik zo klein was of omdat ik na tien minuten al in slaap viel, met mijn hoofd op zijn onderarm.
         Later nam hij mij en Catootje mee in de auto als de schemering viel, om in het bos een paar reeën of konijnen te zoeken. Dat was superspannend, dan reden we met gedoofde lichten over de zandweggetjes in het bos.. Terug bij oma gingen we dan een paar potjes kaarten. Zwartevrouwen was ons lievelingsspel, waar opa heel gevaarlijk in was. Hij hield dan zijn hand vol met kaarten tot hij in één keer alles uit kon leggen. Dan kreeg hij zo’n glinstering in zijn ogen en dan wisten we dat hij iets aan het beramen was. Niet te vertrouwen dus.
         Omdat Cato en ik de enige kleinkinderen zijn werden (en worden) we altijd ontzettend verwend door opa en oma. Zo zijn we acht jaar lang met ze op vakantie geweest in de zomer, naar de eilanden, Zeeland, België en op het laatst Frankrijk. We gingen dan met de caravan weg, en toen we oud genoeg waren kregen we er een eigen tentje naast. Ook dan werd er elke avond gekaart tot we niet meer konden.
         Met opa konden we ook altijd goed spelen. Cato lakte graag zijn nagels of maakte zijn haar mooi met strikjes en speldjes. Hij maakte ook speelgoed voor ons, zo heeft hij de mooiste paardenstallen gemaakt van wijnkistjes. Met Sinterklaas waren de mooiste surprises ook vaak van hem. De hele familie kan er wat van, maar de surprises die hij maakte staan bij ons nog steeds in de kast, bij mij thuis in Breda ook. In Breda heb ik ook de rode stoeltjes staan die ik twee weken geleden van hem heb gekregen. Vier hele mooie rooie stoeltjes staan daar nu, in mijn keukentje. Als ik daar dan op zit zal ik af en toe even aan hem denken, heb ik belooft. En dat doe ik ook. Ik denk dan even aan de grappen met Sinterklaas, die ondeugende ogen van hem en de hertjes in het bos.
         Ik zal je missen, opa. Rust zacht.

11.9.12

Bada Karara Pudna

Eindelijk, na jaren staat er dan toch een definitie van het woord "pudna" op internet. Vroeger had ik daar natuurlijk al een paar keer naar gezocht, maar altijd leek het toch echt een onbestaand woord in welke taal dan ook. Vandaag had Yahoo het antwoord voor mij klaar staan:
"Pudna means 'sexy figure' in Punjabi (...)" (link naar Yahoo). Het komt van het liedje Bada Karara Pudna.


Een betere betekenis had ik mij natuurlijk niet kunnen wensen voor mijn woordje.

31.8.12

De zee brandt

Ik zwem, in de zee. Bij de monding van een rivier, waar het zoete en het zoute water zich mengen. Afgedreven naar vreemd land. Armen gespreid en zo drijf ik langs. Wind en water plegen geweld. De maan trekt naar open water, geulen onder mij zuigen aan mijn voeten. Windstoten trekken me uit het water.
Ik tuur afwachtend naar de horizon die scheef en onregelmatig lijkt te zijn. Alles kalmeert. Ik dobber en zweef, alles is heel stil. De lucht is wit, mijn ogen staan op oneindig en ik peddel wat door de lucht. Water omsluit mijn enkels, gevoelloos als ze zijn nu. Ik voel niet of het lucht of water is onder mijn rug, ik lig compleet stil.
Ver weg woedt een storm, mijn storm? Ik weet niet of hij terugkomt, is hij voorbij, voorgoed. De witte lucht blijft dik boven mij hangen. Mijn handen verdwijnen erin als ik ze voor me uitsteek.  Geen zucht wind. Ik verdrink.
Een vallende wind slaat de lucht terug in me, ik klap dubbel, zo hard. De lucht is zo heet, het schroeit de golven. Ze staan in brand, ze staan te branden. De zee brandt en ik kan niets doen.

8.7.12

Future Story

I went to my garden at the back of the house and sat down under the tree. That tree always helped me to feel better. It was already two-hundred years old and when I think about everything that tree has seen, observed, absorbed and been through it puts things into perspective. Just to be near to such a creature, or whatever you want to call it. I meditated and concentrated on all the lives this tree has seen passing.
         Two-hundred years ago, around the year two-thousand, a person who lived in this area got ill. Doctors, who were very rational and primitive in that time, discovered the person had something odd in his body between his vital organs that was hurting him. They performed surgery and removed it. It was a very rational thing to do; you see something bad, so you take it out. Their method was very primitive though. In that time they would cut you open for anything which is always very risky. They didn’t understand by that time that it doesn’t work to “fix” a body only physically and then send it back to its original way of living. Only later on humans became more and more aware of the functioning of our body. But the person who lived here two hundreds years ago did not realize that. So this person had his surgery and went back home. For me it’s no surprise to “hear” from the tree that the disease came back and in the end became fatal. The tree was very young when this happened, and already got a bit damaged since this was the person who planted the tree. But they’ve moved on.
         At first humanity grew on the borders of rationality for a while longer. At a sudden point in history, about a hundred years ago, we realized that we had expanded our knowledge and technology to the very limit. It was a turning point in our way of thinking and living.
Also in technology, which was always very practical and irrational thing for us humans. We started to connect technology with our feelings and emotions rather than just to use it for communication and information sharing. Even though we used it for communication we got isolated through using technology. The physical part was missing; this made us lonely and separated us from each other. We changed that, and used our inventions to truly understand ourselves and each other. That way we used technology to really connect with each other. We could become one through our devices. We realized that all this time that we were meant to be together and that everyone has the vital need for connection. Also the medical industry changed. From cutting people open, “fix” them and then leave them alone to recover, we went on to a more natural way of healing. Often there is a psychological explanation for the disease a body is confronted with and you can only help the body to recover from it. You can’t simply fix it. The body is self preserving but is not always able to on its own. Our ways to help the body in a natural way are very strong and trustworthy. So our medication is not that we just do something to our body or to deceive our inner system to do something our way. The medication works together with our body. When the medicine or treatment enters our body or makes contact with it, it helps the body find the right treatment for and from itself and it works because we often underestimate ourselves while we can cure more than we think. The medicine helps us realize this and gives us the belief that we have the ability to heal ourselves. And so we can.

31.5.12

Stoofpot

Bij het woord horeca heb ik een heel gedetailleerd beeld. Namelijk dat van een kamer, met van die lelijke grijze plastic stoelen, een vieze versleten vloerbedekking op de grond met duidelijke sporen van lekkage en zo'n plafond dat bestaat uit losse panelen. De verlichting wordt verzorgd door vierkante tl lampen en er is geen of één klein raam in de kamer. Naast stoelen staan er ook wat dozen in de kamer, voornamelijk met wit, massief porselein van de groothandel. Dat spul waar je koffie in goedkope hotels in krijgt, en soep, en alles eigenlijk. Andere dozen zijn gevuld met cupjes koffiemelk, zakjes zout, zakjes peper, zakjes suiker.
Ja, ik vind "horeca" echt een super lelijk woord.

15.4.12

Storing

Wanneer ik rust, dendert het allemaal door elkaar heen. Zonder bezigheid lijkt het net een druk station, waar ontelbare treinen inrijden, weer uitrijden, maar vooral inrijden. Daarin zitten ontelbare mensen, die instappen en weer uitstappen. Veel bekende treinen, die hetzelfde traject telkens heen en weer afleggen. Af en toe een nieuwe, die verder rijdt en niet teruggaat. Of juist het eindstation heeft bereikt.

Wisselstoringen en vertragingen zijn een bekend probleem, niet alleen hier. Constant loopt het mis, loopt het uit op niets, een doodlopend spoor. Treinen botsen nou eenmaal, als het er te veel worden. Ze rijden elkaar in de weg, maar zijn te koppig om te wijken of te wachten. Ze zijn zo eigenwijs en daar word ik zo moe van...

Wie de juiste trein op tijd wil pakken moet alert zijn, scherp. Ze rijden niet op tijd, beginnen soms zomaar te rijden of komen juist niet van hun plek. Ze kunnen ook maar zo van spoor wisselen. Pas als zich een bezigheid voordoet, waar afleiding in te vinden is, wordt het station even stil gelegd. De mensen wachten dan - geduldig of niet - op een bankje of met een kopje koffie, tot alles weer rijden gaat. En dan begint het denderen weer.

Dezelfde trajecten, heen en weer. Heen en weer.

9.2.12

Racistisch melden//Melden racisme

Wilders heeft weer eens een briljant plan uitgevoerd. Omdat wij in Nederland zo ontzettend lijden onder de komst van (goedkope) werkkrachten uit Midden en Oost-Europa kunnen wij ons zielige verhaal omtrent "dat soort" mensen nu melden via de site www.meldpuntmiddenenoosteuropeanen.nl. Het leuke van deze site is dat je het hele klachtenformulier ook zo kan invullen dat je duidelijk maakt dat er géén overlast is. Je kan, anoniem, achter iedere mogelijke klacht "nee" aankruisen en dit formulier vervolgens zo vaak versturen als je wilt. Ik heb dat inmiddels al bijna twintig keer gedaan, het is haast geen moeite.
Lees meer over deze walgelijke site op: http://hardhoofd.com/2012/02/08/tip-geen-overlast-godverdomme/?fb_ref=onder_artikel&fb_source=profile_oneline.

Nu komt paps plotseling binnen met iemand voor werk, dus ik ga me als de sodemieter douchen en aankleden. Wel lezen allemaal hè!

4.2.12

Zevenentwintig centimeter


Ik heb gisteren 27 centimeter haar gedoneerd aan Kika/Haarwensen!
Het is een heel stuk korter ineens, maar ook wel een heel stuk comfortabeler.








25.1.12

In blue

Afgelopen maand was het ergens Blue Monday, ik weet niet meer precies welke datum, de 9e of de 16e geloof ik. De meest deprimerende dag van het jaar, omdat: alle feestdagen over zijn, mensen op dat moment beseffen dat ze hun goede voornemens écht niet gaan nakomen (en dat al na nog geen 2 weken hè!) en gewoon omdat het weer nog steeds kut is. De dagen worden gelukkig wel weer lichter, maar dat betekent ook dat we een paar uur langer tegen die massieve grijze lucht aan zullen kijken.
Op dit moment zit ik op de 4e etage in Bussum, in het appartement van Opa en Oma Koko, die op vakantie zijn naar de Canarische Eilanden. De lucht is inderdaad een grote massieve, grijze massa. Het gemeentehuis waar ik ook vol uitzicht op heb is tevens ook een grote grijze massa. Google maar eens "Gemeentehuis Bussum", en je begrijpt dat het inderdaad nogal een grauwe mix van verschillende tinten grijs is, als ik hier naar buiten kijk. Maar dat geeft helemaal niet, dit appartement is juist zeer kleurrijk en groot. Maar vooral voor anderhalve week een plekje voor mij (en Jurre) alleen. Dat is fijn!
Jammer genoeg hebben we allebei, ondanks dat Jurre nog gewoon vakantie heeft, bergen huiswerk. Ik moet vijftig tekeningen maken, en ik ben pas bij achtentwintig. Vandaag moet het af. Not.
Om dit blauwe berichtje nog wat grappiger te maken roep ik de hulp van Facebook en YouTube in en zend u deze link:

http://www.youtube.com/watch?v=oei2lB9MBo0&sns=fb

3.1.12

Tweeduizendtwaalf

Een heel gelukkig nieuwjaar allemaal! Hopelijk heeft iedereen genoten van - mogelijk - de laatste jaarwisseling die de mensheid gaat meemaken, volgens de Maya's dan. Ook al gaan ze gelijk krijgen, don't worry, we hebben nog bijna een jaar tot het zover is. Genoeg tijd dus om er nog iets moois van te maken. En dat gaan we dit jaar doen! Ik hecht alleen niet zo veel waarde aan de jaarwisseling zoals die volgens de kalender verloopt. Dat gaat altijd zo BAM van de een op de andere dag, minuut eigenlijk. Daarna moet je ineens alles anders doen, je aan je voornemens houden terwijl er voor je gevoel helemaal niks is veranderd. Het weer is nog steeds koud en kut, er zijn geen feestdagen (lees: vrije dagen) in het vooruitzicht, alleen de twee meest deprimerend maanden van het jaar: januari en februari.
Nee, doe mij maar de schooljaarwisseling, die bevalt me beter. Daar zit ook een overgangsperiode in van meestal ruim anderhalve maand, waarin je lekker je hoofd kan legen en je rustig kan voorbereiden op een nieuwe tijd. Ook veranderd het weer ondertussen, je bouwt nog wat ervaring op en ja, het is gewoon veel fijner. Komt ook nog eens bij dat mijn verjaardag meestal aan het eind van die periode valt, dus dan beschouw ik dat meer als een nieuwjaar dan dit. Maar toch is het ook altijd wel weer wennen, na het "echte" Oud&Nieuw. Hoe lang blijf jij altijd nog "2011" of "2010" schrijven? Ik heb ongeveer drie jaar lang het gevoel gehad dat het 2007 was. Dus zo kan het ook.