15.4.12

Storing

Wanneer ik rust, dendert het allemaal door elkaar heen. Zonder bezigheid lijkt het net een druk station, waar ontelbare treinen inrijden, weer uitrijden, maar vooral inrijden. Daarin zitten ontelbare mensen, die instappen en weer uitstappen. Veel bekende treinen, die hetzelfde traject telkens heen en weer afleggen. Af en toe een nieuwe, die verder rijdt en niet teruggaat. Of juist het eindstation heeft bereikt.

Wisselstoringen en vertragingen zijn een bekend probleem, niet alleen hier. Constant loopt het mis, loopt het uit op niets, een doodlopend spoor. Treinen botsen nou eenmaal, als het er te veel worden. Ze rijden elkaar in de weg, maar zijn te koppig om te wijken of te wachten. Ze zijn zo eigenwijs en daar word ik zo moe van...

Wie de juiste trein op tijd wil pakken moet alert zijn, scherp. Ze rijden niet op tijd, beginnen soms zomaar te rijden of komen juist niet van hun plek. Ze kunnen ook maar zo van spoor wisselen. Pas als zich een bezigheid voordoet, waar afleiding in te vinden is, wordt het station even stil gelegd. De mensen wachten dan - geduldig of niet - op een bankje of met een kopje koffie, tot alles weer rijden gaat. En dan begint het denderen weer.

Dezelfde trajecten, heen en weer. Heen en weer.