23.10.13

Romantiek

            Sinds het Rijksmuseum opnieuw geopend is na de verbouwing had ik het nog niet eerder bezocht. Ondanks de regen staat er een lange rij die buiten langs de twee kanten van de weg die onder het Rijksmuseum zelf doorgaat. Dat ziet er veelbelovend uit. De grote hal krioelt van de mensen, ook bij de garderobe staat een lange rij. Maar dat viel natuurlijk te verwachten, mensen willen niet met hun natte jas door de zalen lopen, langs elkaar schuivend om het volgende schilderij te bekijken.
We gaan naar binnen en verzamelen ergens in een kleine ruimte, drie trappen op naar links en dan door een opening naar rechts, nog een klein trapje op door de menigte heen voor de Nachtwacht, via een andere zaal en nog één weer het trappenhuis in - het is een doolhof! Ondanks de plattegrond duurde het dan ook even voor we zaal 1.1 hadden gevonden. De eerste paar zalen waren echter niet heel interessant: weinig schilderkunst, veel antieke meubelen met veel goud en krullen. Hier een daar staat een groep mensen met een gids te luisteren naar een verhaal, terwijl anderen met oortjes in of koptelefoons op geërgerd op hun tenen gaan staan om over de hoofden heen te kijken naar een object. Ik ben zelf niet lang dus veel objecten in die eerste paar zalen heb ik gemist. Maar dan komen we bij de eerste schilderijen uit de Romantiek. Het is hier nog drukker en de ruimtes zijn vaak smal met onhandige kronkels erin. Daardoor besluit ik als eerste op zoek te gaan naar De Slag van Waterloo van Pieneman.                 Het is een enorm schilderij en toch zag ik het bijna over het hoofd! De zaal waar het hangt is niet erg groot, veel afstand nemen kan eigenlijk niet zonder met je rug de schilderijen aan de andere kant van de muur te stoten. De belichting maakte het echter onmogelijk om het schilderij van dichterbij in één keer te kunnen overzien. Ik heb er een beetje omheen gelopen en zo een nogal chaotische indruk gekregen van het schilderij. In eerste instantie vond ik het lastig te zeggen waarom dit schilderij onder de Romantiek valt. Duidelijk is het onderwerp de mens zelf, de strijd tussen mensen en niet per sé onze vergankelijkheid of de overheersende natuur. Er liggen gesneuvelde soldaten op de voorgrond maar de hoofdpersonen van het schilderij – de twee ruiters rechts/midden en de man linksonder op het draagbed – zien er, vind ik, behoorlijk kalm uit. Gewend van de Romantiek zijn we dramatische landschappen met bergen en oude, ontwortelde bomen, met een klein mensje erin. Deze veldslag gaat enkel over mensen, de lucht die gevuld is met rook van alle afgeschoten kanonnen en branden die ontstaan zijn is ook door toedoen van de mens. Maar in zijn geheel geeft het schilderij toch een dramatische indruk, een overweldigende strijd waar je als individu verder weinig aan kan doen, dan tot het bittere eind door te vechten. Ook het kleurgebruik vind ik iets typisch romantisch: een warme oranje-rode gloed van een laagstaande zon die haar licht op de belangrijkste personages laat vallen maar de gesneuvelde soldaten op de voorgrond in de schaduw laat liggen. Ook het uitzicht over de rest van de strijd achter de hoofdfiguren blijft meer in het donker waardoor een dramatisch contrast ontstaat.                 Ik laat Pieneman even voor wat het is en geef de ruimte aan iemand anders om het schilderij beter te kunnen bekijken. Het woeste schilderij van Wijnand Nuyen (Schipbreuk op een Rotsachtige Kust) is een stuk kleiner maar desalniettemin indrukwekkend, hoewel weer niet erg goed verlicht waardoor het licht een glans op het doek werpt en het gedeeltelijk verbergt. Maar dit is hoe ik me een Romantisch schilderij voorstel: heftig natuurgeweld met daarin de nietige mens. Een enorme lucht vol wolken, zwart en goud geel, want ook de zon breekt nog door. Daaronder links woeste bergen en rechts een woeste zee. Ook hier verlicht de zon maar een gedeelte van het tafereel, wat ook weer voor een dramatisch contrast zorgt. De mensen in het schilderij zijn duidelijk aangedaan door het natuurgeweld en proberen van hun gezonken schip nog te redden wat er te redden valt. De vergankelijkheid van de mens valt hier niet te ontkennen, wij zijn sterfelijke wezens neergezet in een wereld die misschien wel te hard voor ons is. Maar o zo mooi! Als toeschouwer van dit tafereel heb je (of ik in ieder geval) meer oog voor de golven in de zee en de druppeltjes van het opspattende water die overal in de lucht lijken te zweven en een gouden gloed versprijden.                 Toen ik voor het schilderij van Goya stond (nadat ik er wel tien keer aan voorbij was gelopen, het hangt in een raar hoekje in een soort tussenruimte) en ik het portret van Don Ramón Satué aankeek (want hij kijkt je echt aan) vond ik het fascinerend om te zien hoe het verschilt van Nuyen’s schilderij en toch er zó bij te lijkt passen. Satué kijkt je aan met een half opgetrokken wenkbrauw alsof hij de wereld al gezien heeft, zijn haar zit in de war, zijn blouse is van boven opengeknoopt. Als je langer naar zijn ogen kijkt lijkt het ineens of hij je helemaal niet aankijkt, maar dwars door je heen staart. Naar een oneindig punt achter je. Hij lijkt niet erg onder de indruk van de situatie en is met zijn gedachten bij andere zaken. Iets dromerigs heeft hij wel, maar dan op een serieuze manier.                 Wat deze drie schilderijen met elkaar gemeen hebben is dat ze op een eigen manier hun verhaal overbrengen. Je hoeft eigenlijk niets over de context van het schilderij te weten, historisch gezien, om mee te krijgen wat er gaande is of wat er belangrijk is. De Slag van Waterloo van Pieneman is dan wel een historische gebeurtenis, toch hoef je dat niet te weten om te zien dat dit een grootse veldslag was die veel indruk maakte en duidelijk van belang was. Terudkoppelend naar de tekst die ik behandeld heb in mijn presentatie (samen met Gerrit-Jan), over autonomie in de beeldende kunst van Rudi Laermans, snap ik waarom Laermans de Romantiek ziet als de eerste stroming waarin autonomie een rol gaat spelen. De schilderkunst wordt losgekoppeld van een extern doel, zoals (het ondersteunen van) religie of politiek, maar gaat een verhaal op zich vertellen. De man op het schilderij van Goya, Don Ramón Satué, straalt autonomie, zelfstandigheid uit. Hij staat daar met zekerheid, hij weet wie hij is, en hij weet nog veel beter dat hij er niet voor altijd zal zijn. 


EINDOPDRACHT KUNSTGESCHIEDENIS P5