29.4.14

Traktatus

3. Zij is niet alleen maar logisch.

4. Wij maken ons beelden van de stukken.

4.1 Beelden in ons hoofd.

4.11 Dit is alles wat wij weten.

4.12 Alleen van datgene in ons hoofd zijn wij zeker.

4.121 Zeker voor zover we zeker kunnen zijn. De dingen (stukken, wereld, beelden) veranderen en dan zijn we niet meer zo zeker. Zelfs als we gelijk hebben kunnen we opeens heel onzeker worden (of andersom).

4.13 Dan is dat in ons hoofd echter dan de rest.

4.131 De stukken in ons hoofd, die eerst beelden waren van stukken, worden meer werkelijk dan de wereld.

25.4.14

Traktatus

2. De wereld valt uiteen.

2.01 In halve stukken.

2.02 Stukken kunnen waarheden zijn.

2.03 Stukken zijn incompleet, al kunnen ze voorkomen als een geheel.

2.1 Alles bestaat uit stukken.

2.11 Alles lijkt bij elkaar te horen.

2.12 Of dat zo is lijkt aannemelijk, maar ook onmogelijk.

Traktatus

1. Ik ben, dat wat het geval is...

1.1 Dat wat het geval is, kan veranderlijk zijn.

1.11 Dat wat het geval is kan men ook wel de stand van zaken noemen. Hierin weerklinkt die veranderlijkheid beter.

1.12 Dat de stand v. zaken veranderlijk is, is een aanname. Het tegengestelde kan indien dat wenselijk blijkt te zijn later nog besproken worden.

1.13 Hoe vaak de stand v. zaken verandert is onbekend.

Ik loop over

Ik loop over
ik loop vol
vol water
uit een inwendige
      bron

Ik loop over
ik loop onder
onder water

15.4.14

Sophie Teunissen

Me verwonderen over mezelf, blijven verrassen, buiten mezelf treden, groeien en ontdekken. Doet me denken aan de economie. Vooruitgang is groei, meer meer meer.
Zo is het niet op de kunstacademie, hoop ik. Groei is in ieder geval geen stijgende lijn, maar een constante beweging die alle kanten op kan gaan, zolang hij maar niet stilstaat.
Ik besefte me ineens, tijdens het lezen van Nietzsche’s ‘Poging tot zelfkritiek’hoe ernstig ik (de) filosofie nodig heb, om te leven. Meer om mijn leven betekenis te geven. Om bij de fenomenen te zijn.
Dat ik misschien filosofie moet zien als een meta-begrijpen, de beeldende kunst als verdieping op een aspect, een detail. Een detail dat het grotere geheel nooit laat zien, maar wel aanleiding kan zijn om dat meer te onderzoeken. En een detail dat schoonheid kan tonen, niet noodzakelijk maar optioneel. De verbinding tussen het geheel en de details probeer ik te vinden. Niet ratio-intuïtie, ook wel, maar meer begrijpen en voelen. Zodat taal niet meer aan de kant van de rede staat, maar (ook) aan de ‘andere kant’.
Ik kan enorme tegenstellingen bevatten, mezelf tegenspreken, zonder onecht te zijn. Ook dit is een gedachte die ik uit Nietzsche’s ‘Geboorte van de Tragedie’heb gefilterd. Maar niet alleen daaruit, ook uit de boeken van Dostojevksi, in het bijzonder het boek dat ik nu lees, getiteld ‘Aantekeningen uit het Ondergrondse’. Tegenstellingen houden de beweging in stand, en beweging is leven.
Tussen de regels doorlezen vind ik een prachtige uitspraak, ik bewonder de mensen die dat kunnen.
Iemand zei ooit tegen me: ‘Those who don’t know how to live, want to live most of all’.
Ik zeg altijd: ‘Also this will pass’.

13.4.14

Eigen regels

Tussen de regels door lezen waar staat wat ik niet weet. Mijn eigen regels.
Tussen de kronkels door lezen waar gebeurt wat ik niet wil. Mijn eigen hersens.
Tussen de slagen door lezen waar gegrift staat wat ik kwijt ben. Mijn eigen hart.

Door de vingers laten glippen wat ik wist.
In de ooghoek zien wat voorbij is.