13.4.11

In de trein

in de trein naar Hilversum

Het schijnt dat mensen - wij dus - het geheugen pas vanaf ons vierde jaar ontwikkelen. Of in elk geval hebben we pas echt herinneringen vanaf vier jaar oud. Ik vind dat gek: als we vier zijn kunnen we al een heleboel. We kunnen lopen, praten, we weten al hoe een aantal dingen werkt. Je zou zeggen dat we dat geleerd hebben. Volgens Socrates is leren niets anders dan herinneren. De kennis hebben we al - die heeft onze ziel al opgedaan in een vorig leven. Het moet alleen weer naar boven worden gebracht. Dus blijkbaar hebben we heus wel herinneringen vóór ons vierde levensjaar, anders zouden we telkens opnieuw moeten leren lopen. Maar hoe we al die dingen geleerd hebben vergeten we blijkbaar weer.
Best jammer. Het lijkt me fascinerend om in mijn eigen hoofd te kunnen kruipen toen ik mijn eerste stapjes zette. Een paar hele vage herinneringen van voordat ik vier jaar werd heb ik wel. Ik kan me nog een heel klein beetje het oude huis in Amsterdam voor de geest halen. Er waren 's avonds vaak twee spoken op het balkon waar ik bang voor was. Maar ik wil me nog vroegere dingen kunnen herinneren. Hoe was het in de buik van mijn moeder bijvoorbeeld? Ik kon niet niets zien, wel horen. Althans: de muziek van de Red Hot Chili Peppers die mijn moeder altijd draaide toen ze zwanger was van mij is ook altijd vertrouwd geweest. Had ik toen al enig besef? Ik kan me dat haast niet voorstellen. Geen besef van mezelf, geen besef van andere mensen. Daar houdt je je sowieso pas op latere leeftijd mee bezig. Toen ik al iets ouder was dan een baby maar nog steeds kind, zag ik "de mensheid" als één groot geheel dat slecht en zelfzuchtig was. De meeste mensen die ik persoonlijk kende behoorden daar niet toe, overigens. Voor mij was de mens slecht, aangezien de dieren en de natuur alles voor mij waren en de mens maakte dat onnodig kapot. Dus protesteerde ik tegen het snoeien van de groenstrook achter het huis en redde ik wespen uit het zwembad.
Later, in het begin van de puberteit, krijgen "andere mensen" weer een andere betekenins. Ze zijn een groep waar je bij moet horen en die tegelijkertijd je spiegel is. Ineens ben je geen dierenvriend en held van je eigen fantasievolle leven meer, amar een onzeker en kwetsbaar persoon. Of zelfs een nutteloze mislukkeling. Toch wil je je koste wat het kost onderscheiden en ook afscheiden. Zelf iemand worden onder al die anderen is belangrijk, en dat lukt maar niet. Wanneer komt de rust, je plek? In het vroeg-volwassen leven is dat allemaal ook niet zomaar. Hoewel het onderscheiden van en voor anderen niet meer het belangrijkste is. Je doet dat wat je doet steeds meer voor jezelf, in jezelf.
Ik wil natuurlijk niet zeggen dat dit voor iedereen precies zo geldt. Iedereen zal dit anders door- en meemaken. Maar dat is vanzelfsprekend, anders zouden wij geen individuen onder nog veel meer individuen zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten