4.3.10

Contouren

3 maart 2010, 19:54 u.

08:41 Telegraph Road, Dire Straits
Well just believe in me baby and I'll take you away
From out of this darkness and into the day

Blz. 54 Filosofie voor internetters, Roger-Pol Droit
De schemering komt elke dag iets eerder. Veel mensen vinden dat beklemmend. Ik ben nauwelijks geneigd om tegen het algemeen gevoelen in te gaan, maar die donkere sluier die zich van dag tot dag uitgebreidt stelt me gerust. (...) Het daglicht heeft iets scherps, je moet op je hoede zijn, klaar om te reageren. (...) Het zal me nooit lukken om het zo te draaien dat de dag ophoudt een min of meer vreemde wereld te zijn, en de nacht een veilige haven.

Het bewandelen van een zonovergoten plein, na dagen, weken, maanden in de schaduwen te hebben doorgebracht is verblindend voor de ogen. Het licht is zo fel dat je je het liefst omdraait om de zon weer vanuit de schaduw waar te nemen. Dat je het liefst blijft kijken naar de mensen die daar lopen. Maar de nieuwsgierigheid is opgewekt. Je begint langzaam. Stapt in het zonlicht, maar blijft staan met de ogen gesloten. Dan weer terug in de koele schaduw aan de randen van het plein. Je moet nog wennen aan de warmte die de bleke huid kan schroeien. Maar iemand grijpt je hand en trekt je terug het licht in. Een tijdlang sta je te knipperen als een gek, de witte tegels reflecteren het licht ook zo scherp. Nog eens terug de schaduw in. De ander kijkt je na, maar ziet je al snel niet meer, je hebt de donkerste schaduw opgezocht, of die heeft jou gevonden. Dit is jouw stuk van het plein. Zelfs als de zon om twaalf uur op haar hoogst staat, zijn er nog schaduwen. Na een tijdje wil je weer terug. Dit keer wennen de ogen al sneller. De huid straalt. Maar het is nog steeds erg warm en de dingen lijken allemaal zo scherp. Bijna lelijk. Nee, ze zíjn lelijk. Gelukkig loop je met een ander die het kennelijk niet lelijk vindt en je veel leert. Zodra je weer alleen bent ga je terug naar de rand in de koele schaduw. Daar alleen zijn kan nog niet. In het donkere zijn de dingen zachter, hoewel je niet weet waar je aan toe bent. Maar nu blijf je denken aan het midden van het plein. Hopelijk is de ander daar. Elke keer nu je het licht in stapt wennen de ogen sneller en schroeit en reflecteerd de huid minder. Totdat je merkt dat je niet elke keer teruggaat naar de schaduwen zodra je eventjes alleen wordt gelaten. Voor langere tijden nog wel, maar je wacht eerst nog eventjes aan de rand van schaduw en licht. Alleen de nachten vallen nog steeds, natuurlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten