16.10.12

Onderweg I

Wij zijn onderweg, gaand. Vooruit, dat denken we tenminste. Wij zijn in beweging. We bewegen door de ruimte, door het vacuüm van tijd. De tijd is er niet als wij onderweg zijn. Pas wanneer wij aankomen, stopt de tijd.
Wij zijn onderweg, altijd en overal gaan wij en bewegen wij naar... Alsof wij zwemmen en met onze handen de watermassa wegduwen. Maar meer nog alsof wij zweven in een niemandsland. Een grijze, transparante materie. Onderweg in een tussenwereld, waar tijdloosheid heerst en vooruitgang onwaarschijnlijk lijkt. Onbestemdheid. Onbepaaldheid. Afwezigheid. Onbereikbaarheid. Ongeboren.
Onderweg ben je alleen, met jezelf geconfronteerd zak je in melancholie of vlucht je in de omgeving. Maar ook daar wacht de confrontatie. De stilte van er niet zijn.
Wij rollen, rijden, stappen of kruipen in de ontwikkeling. Niets is klaar, alles is onaf. Alles is op weg, bagage meeslepend over het asfalt, de kiezels, door het water of onder de grond door tunnels. Met alle ledematen loom bewegend door de tijdloze ruimte tot in het eindeloze.
Onderweg is tijdloos, het bevat een begin noch een einde. Onderweg is niet eeuwig, het is een begrip zonder tijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten