18.1.11

Het begin van

Het was begin 2011. Op het dak van een flat in Amsterdam hadden tientallen mensen het nieuwe jaar ingeluid met veel drank. De oliebollen die beneden in de schalen lagen hadden een vage biersmaak en waren hard.
Om er tussenuit te gaan was er een paar dagen later een reisje voor twee geboekt naar Praag, met overnachtingen in een hostel. De kamer deelden ze met vijf vreemde jongens, wat toch een beetje naar aanvoelde. De eerste nacht werd er weinig geslapen vanwege de spanning. Maar de daarop volgende drie dagen waren heerlijk en zonder zorgen. De vlucht terug was dat ook nog, daarna begon de stress weer. Na het inleveren van het thuistentamen volgden een paar rustige dagen. De sneeuw was eindelijk weg wat het lopen op straat een stuk makkelijker maakte.
De vorm van je gezicht bepaalt hoe de tranen stromen.
Om het huis in Amsterdam weer te bezoeken was een opluchting, al was het maar om de volle tas kleren te kunnen wassen en in een groot bed te slapen. Alleen is het missende gerammel van een rennend diertje in haar ratje een soort vacuümplek van geluid naast het kastje met dvd's.
Hoewel de thermostaat 22 graden Celcius aangeeft bibber ik en zijn mijn handen ijskoud, maar dat zal wel van het typen komen.
Geert is er niet best aan toe. De vleesetende plant, de enige plant in huis, droogt langzaam uit. En dat terwijl hij zo veel water krijgt. De trompetbekerplant, ook wel Sarracenia, is dan ook lastig in leven te houden.
Op het aanrecht liggen een paar opmerkelijke dingen. Naast de gewone apparaten, een tosti-ijzer, Senseo-apparaat en een paar bananen, staat er een platenspeler op. De stekker hangt naar de grond gericht en de krant van gisteren ligt er op. Die krant is nog niet gelezen. Naast de speler staat een schaal met van alles en nog wat erin.
Muziek gaat door merg en been en hart en ziel.

3.1.11

Nonsens

Wie dit leest
□ verveelt zich
□ heeft goede ogen
□ wens ik een gelukkig nieuwjaar
□ is gek
(kruis aan wat van toepassing is, meerdere keuzes mogelijk)

Zo, dan hebben we dat in elk geval gehad. 2011 is het nu dus. Dus. Ik stond op het dak van de Weesperflat toen het vuurwerk losbrak, al een uur met een fles wijn waar ik niks van moest hebben. Een paar Engelse feestgangers schreeuwden hun longen uit hun lijf elke keer toen er een vuurpijl de lucht in werd geschoten. Het was bomvol, maar wel erg leuk. En nu zit ik weer thuis in Huizen, ook wel het ouderlijk huis. Ik zit hier mijn tentamen te maken, want over een paar dagen ga ik naar Praag en als ik terugkom moet dat zo'n beetje bijna af zijn.
Het was een beetje een raar dagje. Een zondag waarop ik mijn wekker zette zodat ik genoeg tijd zou hebben voor het thuistentamen, moeder aan het werk, vader tosti's aan het bakken en scheldend op de vogels in de tuin, "vuile kutpimpelmees, vieze stinkmerel". Ach ja. Cato rolt d'r bed om een uur of half 2 uit, niet veel later komt moeders terug van het werk. En ik heb alles gadegeslagen vanuit hetzefde hoekje, vanachter een laptopscherm waarop dan weer een filosofische tekst te zien is, dan weer facebook en dan weer de Sims 2. Op dit moment knaagt Herman op een brokje eten ergens in mijn vest, die hij niet had toen ik hem uit haar kooi haalde. Oja, hamsters hebben wangen met zakken. Ze ziet er wel tevreden uit daar tussen de plooien van wol. Er is een voetbalreclame op tv en vanuit de keuken komt een pruttelend geluid. Herman kietelt me door langs mijn zij omhoog te klimmen en ik moet eigenlijk verder aan het tentamen. Dag!

18.12.10

Winter Wonderland

Jongens jongens, wat een sneeuw. De Westerdoksdijk was de hele dag een file en de NS was natuurlijk massaal ontspoord. Uiteindelijk hebben Jurre en ik een trein kunnen pakken op CS na uren ingesneeuwd thuis te hebben gezeten in Amsterdam. Toen we het er uiteindelijk weer op waagden en naar het station liepen kwam de enorme Queen Victoria (voor de tweede keer) voorbij, dit keer ging ze de andere kant op (voor de ene kant, zie foto's op facebook of flickr). Wat was ze mooi! En groot!

Toen we voor het zebrapad stonden te wachten bij uitgang Noord liep een raar mannetje doodleuk de weg op, terwijl de auto's nog groen licht hadden. Er werd getoeterd en geroepen vanaf de kant, maar zijn reactie was slechts "Ahjoh, 's toch Amsterdam, schijt hebben aan alles? Daarvoor zijn we hier toch?". Briljant.

Op het station zelf waren de stemmingen wisselend. Eén trein had denk ik errug veel vertraging aan de hoofden van de uitstappende passasiergs te zien, maar gelukkig waren er ook mensen met een beter humeur. Toen wij eindelijk de goede trein naar Amersfoort hadden gevonden deelde de machinist iets te vrolijk mede datwe inderdaad in de stoptrein naar Amersfoort zaten. Iedereen begon spontaan te klappen van deze vrolijke vent.
Iemand die op dat moment de coupé binnen kwam lopen stootte zijn hoofd en zijn vriend vroeg geschrokken: "Was dat je hoofd?!". De gewonde antwoordt met: "Ja, maar daar zit niks in dus dat kan geen kwaad".

Lang leve het goede humeur.

16.12.10

Tractatus

6.4311 Wenn man unter Ewigkeit nicht unendliche Zeitdauer, sondern Unzeitlichkeit versteht, dann lebt der ewig, der in der Gegenwart lebt.
- Wittgenstein

Front/Back

Wat mij altijd enorm kan boeien - waar ik ook ben - zijn de achterkanten van mensen. Maar dan vooral die mensen waar je lang achter fietst, loopt, staat, zit, zodat je goed te tijd hebt ze te bestuderen. Wanneer je op de fiets zit en iemand voor je fietst met dezelfde snelheid zodat je niet hoeft in te halen. Of in de rij ergens, voor een kassa. En natuurlijk heb je dan de verkeerde rij uitgekozen (het is wetenschappelijk bewezen dat mensen altijd in de verkeerde gaan staan als ze de keuze hebben. Dan vraag je je ook af wie de mensen in de goede rijen dan zijn, aliens?). Achterkanten zijn intrigerend. Ze hebben een soort van gezicht, een identiteit. Vooral als je niet weet hoe de voorkant eruit ziet, dan kan de achterkant net een persoon op zich zijn, al helemaal wanneer de voorkant er niet bij past. Als ik achterin een collegezaal zit heb ik uitzicht op tientallen achterhoofden. En het is dan best lastig om iemand te vinden! Maar toch zijn achterkanten heel herkenbaar. Ze kunnen ook zo mooi zijn, en zodra iemand zich dan omdraait kan het helemaal weg zijn. Misschien is het ook wel een beetje de mystiek. Toch blijft het raar wanneer iemand niet bij zijn of haar achterkant past. Een achterkant blijft zo gescheiden van de rest, de kleren en het haar blijven anders dan het gezicht. De voorkant hoort vaak bij het gezicht, omdat je die twee tegelijk ziet.
Achterkanten zijn zo anders dan voorkanten, ze verraden geen uitdrukkingen, maar dragen wel een typetje in zich. Meisjes met hoge staarten en dikke sjaals, mannen met petjes, vrouwen met rood geverft kort haar. Vooral die eerste twee groepen hebben vaak veel verschillende gezichten (van voor), maar die roodharige vrouwen hebben echt vaak hetzelfde hoofd. Gezichten bestuderen is trouwens ook heel leuk, maar die kans heb je minder vaak omdat mensen het meestal niet prettig vinden om aangestaard te worden.
Maar terug naar de acherkanten. Ik vind ze geweldig en vind ook dat ze meer aandacht verdienen. Wie kijkt er nou elke morgen met een andere spiegel in de spiegel naar zijn of haar eigen achterkant? Ik ook ook niet trouwens, maar toch is je achterkant belangrijk. Of misschien ben ik wel de enige die er zo veel naar kijkt.