5.7.11

Deel II

Een diepe zucht ontsnapte uit mijn keel. Ik zat op mijn knieen op de bank en leunde met mijn ellebogen op de vensterbank. Buiten scheen de zon, maar ik mocht niet naar buiten tot mama terug zou komen. En dan blijft ze superlang weg, echt zo oneerlijk. Dus staarde ik uit het raam, geen zin om mijn huiswerk uit mijn tas te pakken. Het was lekker warm in de zon achter het glas en mijn ogen werden loom. Uit het niets was daar een knal. Het klonk als zo’n schot van televisie, alleen was dit niet zo hard. Er vloog in de verte een vogel de lucht in, duidelijk ook geschrokken. Verder bleef het stil.
Ik zat rechtop en steunde nu op mijn handen. Mijn voeten stonden op de bank en ik vergat dat ik nog schoenen aan had. De knal had me verschrikkelijk nieuwsgierig gemaakt maar er was niets te zien op straat. Een eeuwigheid later hoorde ik sirenes vlakbij. Ze kwamen niet langs mijn huis dus ik wist niet waar ze heen gingen. Toen kwam mijn moeder aanrijden in de auto (eindelijk!) en vlug sprong ik met mijn schoenen van de bank af. Ze stapte uit de auto met volle tassen in haar handen en keek bezorgd in de richting van de buren. Ze praatte tegen de buurvrouw die ik niet kon zien. Waarschijnlijk was zij ook nieuwsgierig geworden van de knal en de sirenes.
Toen mama naar binnen kwam was ze boos om de vlekken op de bank en moest ik voor straf mijn huiswerk maken.

3.7.11

Deel I

Ik keek naar een prooi verderop het veldje. Het trok met zijn puntige bek een sliert uit de grond dat er duidelijk liever niet uitgetrokken werd. De vogel hupte driftig heen en weer toen het plotseling schrok van iets. Een hard geluid waar ik zelf ook van schrok. Chaotisch gefladder toen de vogel vluchte. Zonder verder aan de vogel te denken schoot ik naar een beschutte plek, een lage plek, onder metalige buizen. Het was roerloos op straat, zodat ik mij ook niet durfde te bewegen. Het gevoel dat er iets mis was werd sterk. Ik rook vreemde geuren, kruidige, roestige dingen. De lucht was veranderd in een vreemde mengelmoes van trillingen, kleuren en substantie. Heel langzaam kroop ik onder de auto vandaan. Er lag iets op straat, waar ik van weg wilde. In een sprintje ging ik er vandoor, tot ik mij tussen het groen bevond en gekwetter hoorde van nieuwe vogels.

10.6.11

2357962011

Hallo, ik ben een fictief figuur. Dat weet ik ook, en in het begin was dat raar en moeilijk. Maar nu ben ik eraan gewend. Ik weet dit sinds mijn twaalfde, nu ben ik zestien. Waarschijnlijk begint mijn verhaal pas op dit moment, maar ik heb herinneringen aan mijn eerdere jaren. De jaren die ik heb gelééfd, voor ik mij net voorstelde. Dat maakt het wel ingewikkeld, hè, soms. Dan weet ik ook even niet meer hoe het zit. Want ik wordt geschreven, ik ben niet zoals mijn schrijfster dat is. Zij weet alles van mij, ik maar een klein beetje van haar. Ik heb dus wel herinneringen, maar die bestaan pas als zij ze opschrijft.
Soms wordt het een beetje teveel en dan smeek ik haar te stoppen, maar dan weet ik tegelijkertijd ook dat ik niet zelf smeek, dat zij me doet smeken.
Maar laat ik hier nog even mee wachten. Mijn wereld is nog helemaal niet bekend. Mijn wereld lijkt wel een beetje op de "ware". Ik weet niet echt wat ik me daarbij moet voorstellen, want voor mij is dit waar. De grond, de lucht, de twee zonnen die de planeet verlichten en de bomen die de schaduwen soms lang maken. In de stad rijden de wagens en lopen andere mensen. In de graslanden is het stiller en zijn er vogels.
Er zijn dus andere mensen. Zij zijn ook niet echt, zij zijn zelfs nog platter dan ik. Nog platter dan tekst op een vlak. Wanneer mensen dichter bij mij komen, en ik krijg met ze te maken, pas dan bestaan ze een beetje. Op de manier dat ik besta, niet dat het ware bestaat, natuurlijk.
Eén persoon is erg belangrijk voor me. Daar heb ik het af en toe moeilijk mee. Zoals ieder werkelijk mens heb ik ook de behoefte aan waarheid. Ik wil echtheid, voor zover ik die kan bereiken hier. Ik wil die ene persoon dat ook geven. Maar wil ík dat? In hoeverre ben ik ík? Heb ik iets te willen, als ik geschreven ben? Zij lijkt ervan overtuigd totale controle te hebben, dat laat ze me vaak genoeg merken. Door ineens een contradictie te maken in deze logische werkelijkheid. Dan herinner ik me weer hoe het ook al weer zit, en heeft zij een lolletje. Het gekke is, is dat ik nooit een voorbeeld van zo'n contradictie kan geven, omdat ze mijn logisch verstand tegenspreken.
Maar terug naar die persoon. Ik voel me gelukkig bij diegene, dat weet ik zeker. Maar zijn mijn gevoelens echt genoeg om van míj te zijn? Ben ik echt genoeg om gevoelens te hebben? Hoe autonoom ben ik? Heb ik iets te willen?
Ik denk wel dat ik enige invloed heb op de schrijfster. Als enigszins geloofwaardig figuur heb ik logica nodig uit de werkelijkheid. Anders zou ik onnozel zijn, zou het zinloos zijn dit te schrijven. Het doel van mij als fictief figuur is de autonomie te onderzoeken. Tot waar rijkt zei, en waar heeft de logica de overhand? Of de schrijfster, of wat dan ook.
Dus: ik weet, voor zover ik ik ben, dat ik niet werkelijk besta, zoals de schrijfster en haar wereld bestaan, met een zogenaamde "vrije wil", als die daar bestaat. Ik heb schijnbaar niets te zeggen over mijn kennis, mijn handelingen, mijn gevoelens. Maar om de geloofwaardigheid op te houden, en dit had natuurlijk anders kunnen zijn als dat was gewenst, blijf ik (en mijn wereld) toch binnen bepaalde grenzen. Hé, daar heb ik iets! De schrijfster moet dus binnen grenzen blijven, om mijn geloofwaardigheid hoog te houden. De vrije wil die ik niet bezit, bezit zij dus ook niet volledig. Dit geeft mij troost. Zij geeft mij troost, eigenlijk.
Plotseling wordt alles donker en vergeet ik alles.

28.5.11

In Huizen kan alles

Zoals inmiddels algemeen bekend is, moet ik volgende week terug verhuizen naar mijn ouderlijk thuis. Dit omdat het heerlijke appartement in Amsterdam aan andere mensen verhuurd gaat worden, voor veel meer geld, en omdat ik deze zomer toch heel veel hier in Eemnes werk. Vanaf het moment dat ik gisteravond hier binnenstapte voelde ik me al weer helemaal thuis. Om te beginnen was de koekoek terug, waar niemand blij mee is. Hij zit ergens in de bosjes achter het huis en gaat helemaal los, 24/7. Koekoeks zijn aso's, omdat:

1. ze te lui zijn hun eigen eieren uit te broeden;
2. ze hun ei(eren) in een ander nest leggen;
3. zodra dat ei uitkomt het kuiken zijn stiefzusjes en broertjes het nest uit dondert;
4. en ze maken een kutgeluid.

Genoeg over de koekoek. Ik voelde me ook thuis toen we weer rare toeren gingen uithalen met een bed en een trap. Mijn twijfelaar moet op Cato's kamer staan, omdat het tweepersoonsbed dat ik gekocht had voor Amsterdam nu in mijn kamer gaat staan. We wisten al dat het bed niet over te trap naar de eerste verdieping kon, omdat we dat al hadden ondervonden toen het bed ooit in mijn kamer gezet moest worden. Uiteindelijk was het door het raam van papa's werkkamer getakeld. Maargoed, je weet maar nooit over het misschien intussen gekrompen is of de trap naar zolder groter is. Dat was niet zo. Toen hebben we de badkamerdeur eruit getild, uit mijn bed (een boxspring, vandaar zo onflexibel) een plank gesloopt en toen konden we hem een beetje buigen. Het lukte! Hoera! Twee uur werk niet voor niets.
Een douche kon ik wel gebruiken, dus de badkamerdeur werd er weer ingezet en ik douchen. Toen de badkamer weer uit wilde ging dat echter niet zomaar. De deur zat er op de een of andere manier scheef in, en iets blokkeerde het slot. Dat kreeg ik wel open, en ik kon ook de klink naar beneden duwen, toch kreeg niemand de deur open. Na een half uur heeft Moeder Held met een schroevendraaier de deur opengewrikt (en daarmee de deur ook kapot gemaakt) en was ik weer vrij.
Nu Gadamer, Heidegger, Wittgenstein, Derrida, Husserl en Habermas lezen voor het laatste tentamen van dit jaar.
Jippie!

7.5.11

Gezocht: Pietje P.

Hier volgt een speciaal bericht.
Vanochtend om 11:03 uur heeft Cato voor het laatst haar zwarte telescoopoogvis Pietje Potvis gezien. Rond 13:00 uur die middag is papa Bert er voor het eerst achtergekomen dat Pietje P. niet meer in de kom aanwezig was. Wie heeft Pietje P. tussen 11 uur 's ochtends en 1 uur 's middags vandaag gezien?
Als u meer informatie heeft, graag een reactie plaatsen onderaan dit bericht.

De kenmerken van Pietje P. zijn:
- zwart
- staart
- uitpuilende ogen
- luistert naar de naam Pietje Potvis
Pietje

Mocht u iets zien, graag horen wij hiervan!

Edit 22:47 u.
Pietje P. is terecht. Hij zat klem in een grote gedraaide schelp in de kom. Cato kwam op het idee om in de schelp te kijken toen ze op internet las dat iemand zijn goudvis ook ooit kwijt was, en hem na drie dagen terug vond in een soortgelijke schelp.
We hebben Pietje eruit weten te schudden en hij verkeert in goede staat.