3.7.11

Deel I

Ik keek naar een prooi verderop het veldje. Het trok met zijn puntige bek een sliert uit de grond dat er duidelijk liever niet uitgetrokken werd. De vogel hupte driftig heen en weer toen het plotseling schrok van iets. Een hard geluid waar ik zelf ook van schrok. Chaotisch gefladder toen de vogel vluchte. Zonder verder aan de vogel te denken schoot ik naar een beschutte plek, een lage plek, onder metalige buizen. Het was roerloos op straat, zodat ik mij ook niet durfde te bewegen. Het gevoel dat er iets mis was werd sterk. Ik rook vreemde geuren, kruidige, roestige dingen. De lucht was veranderd in een vreemde mengelmoes van trillingen, kleuren en substantie. Heel langzaam kroop ik onder de auto vandaan. Er lag iets op straat, waar ik van weg wilde. In een sprintje ging ik er vandoor, tot ik mij tussen het groen bevond en gekwetter hoorde van nieuwe vogels.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten