04.10.2012
Vandaag wordt opa herinnerd, als mens, vriend, man en vader.
Maar voor mij was hij opa, Opa Ruurlo. Hij was mijn opa, die ik alleen hoefde
te delen met mijn zusje Cato. En ik zal hem herinneren als de liefste opa die
ik me had kunnen wensen. Hij noemde me vaak “mien deerntje”, en hoewel ik nooit
wist wat dat betekende klonk het altijd zo lief. “Drol” was ook een favoriete
bijnaam, waar ik als kind altijd zo hard om moest lachen. Cato was Kakkedootje,
en dat past ook eigenlijk wel heel goed bij haar.
Toen ik heel klein was nam hij me vaak
mee voor op de fiets, om een tochtje te maken door het bos. Daar weet ik niks
meer van, misschien omdat ik zo klein was of omdat ik na tien minuten al in
slaap viel, met mijn hoofd op zijn onderarm.
Later nam hij mij en Catootje mee in de
auto als de schemering viel, om in het bos een paar reeën of konijnen te
zoeken. Dat was superspannend, dan reden we met gedoofde lichten over de
zandweggetjes in het bos.. Terug bij oma gingen we dan een paar potjes kaarten.
Zwartevrouwen was ons lievelingsspel, waar opa heel gevaarlijk in was. Hij
hield dan zijn hand vol met kaarten tot hij in één keer alles uit kon leggen. Dan
kreeg hij zo’n glinstering in zijn ogen en dan wisten we dat hij iets aan het
beramen was. Niet te vertrouwen dus.
Omdat Cato en ik de enige kleinkinderen
zijn werden (en worden) we altijd ontzettend verwend door opa en oma. Zo zijn
we acht jaar lang met ze op vakantie geweest in de zomer, naar de eilanden,
Zeeland, België en op het laatst Frankrijk. We gingen dan met de caravan weg,
en toen we oud genoeg waren kregen we er een eigen tentje naast. Ook dan werd
er elke avond gekaart tot we niet meer konden.
Met opa konden we ook altijd goed
spelen. Cato lakte graag zijn nagels of maakte zijn haar mooi met strikjes en
speldjes. Hij maakte ook speelgoed voor ons, zo heeft hij de mooiste
paardenstallen gemaakt van wijnkistjes. Met Sinterklaas waren de mooiste
surprises ook vaak van hem. De hele familie kan er wat van, maar de surprises
die hij maakte staan bij ons nog steeds in de kast, bij mij thuis in Breda ook.
In Breda heb ik ook de rode stoeltjes staan die ik twee weken geleden van hem
heb gekregen. Vier hele mooie rooie stoeltjes staan daar nu, in mijn keukentje.
Als ik daar dan op zit zal ik af en toe even aan hem denken, heb ik belooft. En
dat doe ik ook. Ik denk dan even aan de grappen met Sinterklaas, die ondeugende
ogen van hem en de hertjes in het bos.
Ik
zal je missen, opa. Rust zacht.
9.10.12
11.9.12
Bada Karara Pudna
Eindelijk, na jaren staat er dan toch een definitie van het woord "pudna" op internet. Vroeger had ik daar natuurlijk al een paar keer naar gezocht, maar altijd leek het toch echt een onbestaand woord in welke taal dan ook. Vandaag had Yahoo het antwoord voor mij klaar staan:
"Pudna means 'sexy figure' in Punjabi (...)" (link naar Yahoo). Het komt van het liedje Bada Karara Pudna.
Een betere betekenis had ik mij natuurlijk niet kunnen wensen voor mijn woordje.
"Pudna means 'sexy figure' in Punjabi (...)" (link naar Yahoo). Het komt van het liedje Bada Karara Pudna.
Een betere betekenis had ik mij natuurlijk niet kunnen wensen voor mijn woordje.
31.8.12
De zee brandt
Ik
zwem, in de zee. Bij de monding van een rivier, waar het zoete en het zoute
water zich mengen. Afgedreven naar vreemd land. Armen gespreid en zo drijf ik
langs. Wind en water plegen geweld. De maan trekt naar open water, geulen onder
mij zuigen aan mijn voeten. Windstoten trekken me uit het water.
Ik
tuur afwachtend naar de horizon die scheef en onregelmatig lijkt te zijn. Alles
kalmeert. Ik dobber en zweef, alles is heel stil. De lucht is wit, mijn ogen
staan op oneindig en ik peddel wat door de lucht. Water omsluit mijn enkels,
gevoelloos als ze zijn nu. Ik voel niet of het lucht of water is onder mijn
rug, ik lig compleet stil.
Ver
weg woedt een storm, mijn storm? Ik weet niet of hij terugkomt, is hij voorbij,
voorgoed. De witte lucht blijft dik boven mij hangen. Mijn handen verdwijnen
erin als ik ze voor me uitsteek. Geen
zucht wind. Ik verdrink.
Een
vallende wind slaat de lucht terug in me, ik klap dubbel, zo hard. De lucht is
zo heet, het schroeit de golven. Ze staan in brand, ze staan te branden. De zee
brandt en ik kan niets doen.
8.7.12
Future Story
I went to my garden at the back of the house and sat
down under the tree. That tree always helped me to feel better. It was already
two-hundred years old and when I think about everything that tree has seen,
observed, absorbed and been through it puts things into perspective. Just to be
near to such a creature, or whatever you want to call it. I meditated and
concentrated on all the lives this tree has seen passing.
Two-hundred years ago, around the year
two-thousand, a person who lived in this area got ill. Doctors, who were very
rational and primitive in that time, discovered the person had something odd in
his body between his vital organs that was hurting him. They performed surgery
and removed it. It was a very rational thing to do; you see something bad, so
you take it out. Their method was very primitive though. In that time they
would cut you open for anything which is always very risky. They didn’t
understand by that time that it doesn’t work to “fix” a body only physically
and then send it back to its original way of living. Only later on humans became
more and more aware of the functioning of our body. But the person who lived
here two hundreds years ago did not realize that. So this person had his
surgery and went back home. For me it’s no surprise to “hear” from the tree
that the disease came back and in the end became fatal. The tree was very young
when this happened, and already got a bit damaged since this was the person who
planted the tree. But they’ve moved on.
At first
humanity grew on the borders of rationality for a while longer. At a sudden
point in history, about a hundred years ago, we realized that we had expanded
our knowledge and technology to the very limit. It was a turning point in our
way of thinking and living.
Also in technology, which was always very practical
and irrational thing for us humans. We started to connect technology with our
feelings and emotions rather than just to use it for communication and
information sharing. Even though we used it for communication we got isolated
through using technology. The physical part was missing; this made us lonely
and separated us from each other. We changed that, and used our inventions to
truly understand ourselves and each other. That way we used technology to
really connect with each other. We could become one through our devices. We
realized that all this time that we were meant to be together and that everyone
has the vital need for connection. Also the medical industry changed. From
cutting people open, “fix” them and then leave them alone to recover, we went
on to a more natural way of healing. Often there is a psychological explanation
for the disease a body is confronted with and you can only help the body to recover from it. You can’t simply fix it. The body is self preserving but
is not always able to on its own. Our ways to help the body in a natural way
are very strong and trustworthy. So our medication is not that we just do
something to our body or to deceive our inner system to do something our way. The
medication works together with our body. When the medicine or treatment enters
our body or makes contact with it, it helps the body find the right treatment
for and from itself and it works because we often underestimate ourselves while
we can cure more than we think. The medicine helps us realize this and gives us
the belief that we have the ability to heal ourselves. And so we can.
31.5.12
Stoofpot
Bij het woord horeca heb ik een heel gedetailleerd beeld. Namelijk dat van een kamer, met van die lelijke grijze plastic stoelen, een vieze versleten vloerbedekking op de grond met duidelijke sporen van lekkage en zo'n plafond dat bestaat uit losse panelen. De verlichting wordt verzorgd door vierkante tl lampen en er is geen of één klein raam in de kamer. Naast stoelen staan er ook wat dozen in de kamer, voornamelijk met wit, massief porselein van de groothandel. Dat spul waar je koffie in goedkope hotels in krijgt, en soep, en alles eigenlijk. Andere dozen zijn gevuld met cupjes koffiemelk, zakjes zout, zakjes peper, zakjes suiker.
Ja, ik vind "horeca" echt een super lelijk woord.
Ja, ik vind "horeca" echt een super lelijk woord.
Abonneren op:
Posts (Atom)